Klein

‘… jij gaat voor Groots’ zegt hij, al eerder gebruikte hij dit woord.

Ze kijkt hem net iets langer aan dan gewoon is. Hij merkt het ook. Ze verdwijnt. In gedachten. Ze neemt haar blik mee.

Ze constateert dat ze het ‘doet’. Doet ze dit? Ontstond het? Even was ze gedachten-vrij. Is dit nu innerlijke rust?

Eerder hoorde ze een bijzondere vrouw het óver haar zeggen, in bijzijn van haarzelf. De vrouw verkondigde het aan anderen die haar evenzeer bewonderden: ‘Ze zal tot grote hoogte stijgen, Groots!’

Opnieuw verdwijnt ze weer in het woord dat ze gebruikten: ‘Groots’. Eerder hoorde ze ook dit woord, gebruikt door iemand die weet hoe het ‘moet’. Ze vertelde haar dat het té Groots gedacht was.

Groots… de stip àchter de horizon.

Wat is groot?

Het ligt er totaal aan in welke ‘omgeving’ je leeft. Welke doe-dingen binnen je (levens)ervaringen, vaardigheden en mogelijkheden jijzelf leeft. Wat is gewoon voor jou? Iets me je veilige zone. Iets wat door de ander als groots wordt betiteld is wellicht vanuit jouw (uit)zicht …

…slechts heel klein.